Blog: Boter bij de vis
Regelmatig koop ik een broodje haring of – nog lekkerder, maar ook duurder – een broodje paling bij de Katwijkse visboer in ons dorp. Die koop ik in de winkel, betaal ik direct, en eet ik ook direct op.
Hiermee volg ik een gezond, oud Hollands principe, namelijk “boter bij de vis”. Zonder boter kun je de vis niet bakken, en je kunt er ook niet mee wachten, want dan bakt de vis aan. “Boter bij de vis” betekent dan ook direct betalen – in het gezegde in tegenstelling tot later afrekenen, wat vandaag de dag ondenkbaar is en geen visboer zou accepteren. Terecht!
Maar wat als de visboer betaling vooraf zou vragen? Of een deel, een aanbetaling? Hij moet immers heel wat kosten maken voordat de vis in mijn broodje belandt. Een boot en netten om de vis te vangen; een vrachtwagen met koelinstallatie om de vis te vervoeren; de huur van een winkelpand en de inhuur van personeel om de vis te verkopen. Kortom, hij maakt veel kosten vooraf, en dat zonder de zekerheid dat hij de vis gaat verkopen. Dit vormt zijn ondernemersrisico – waar tegenover staat dat hij bij succes een leuke winst mag maken.
Nu zul je zeggen: “Een belachelijk idee. Niemand gaat een broodje vis vooruitbetalen”. Terecht! Maar wat doen we op de meubelboulevard? Daar vraagt menig leverancier een aanbetaling voor meubels die nog gemaakt moeten worden. En die betalen de meeste klanten, hoewel ze daar niet toe verplicht zijn. Maar als alle meubelboeren dit doen, heb je weinig keus. In een reiswinkel of bij een online boeking van een vliegreis of hotel nog sterker: daar betalen we het hele bedrag vooruit.
Wettelijk gezien mag een leverancier van goederen een aanbetaling vragen, tot maximaal 50% van de prijs. Dat mag, maar hoeft niet, en de klant hoeft het ook niet te accepteren. Voor diensten kent de wet helemaal geen maximum. De aanbieder van een vliegreis mag daarom vooruitbetaling – of een aanbetaling van 100%! – vragen, en doet dat vaak ook. Dat hoeft dus niet, maar het mag wel, en als ze het allemaal doen, laat dat de klant weinig keuze.
Maar waarom eigenlijk? Bij een aanbetaling of vooruitbetaling verschuift de aanbieder een deel van zijn ondernemersrisico naar de klant. Gaat hij bijvoorbeeld failliet, dan staat de consument achteraan in de rij van schuldeisers, en ziet hij van zijn aan- of vooruitbetaling waarschijnlijk weinig tot niets terug. Dat risico kun je dan weer beperken met een garantieregeling, zoals bij pakketreizen (via de SGR – Stichting Garantiefonds Reisgelden), of met de belofte dat je je aanbetaling bij faillissement van de ene woonwinkel in een andere winkel mag besteden, zoals in de woningbranche (met een CBW-erkenning – Centrale Branchevereniging Wonen). Maar dit blijven lapmiddelen, en de meeste branches en alle online aankopen kennen geen garantieregeling.
Daarom heb ik een ander idee. Boter bij de vis. We gaan niet meer aan- of vooruitbetalen, maar altijd direct bij aflevering. Betalen is heel makkelijk geworden en kan ook heel snel. We gaan daarom voortaan, net als in een restaurant, direct na levering betalen – en alleen als het geleverde naar wens en volgens afspraak was. Dus direct betalen als het vliegtuig veilig en op tijd is geland, en direct na afloop van een geslaagde vakantie. Meubels en klussen betalen we direct na aflevering en controle.
Nu zul je zeggen: “Dat kan zomaar niet”, gevolgd door een waslijst praktische bezwaren. Ik ken ze ook. Maar denk eens aan de voordelen. Het zou betekenen dat je jouw geld nooit meer hoeft uit te geven aan iets wat je nog niet krijgt. Dat je dat geld bij problemen nooit meer met veel moeite hoeft terug te vorderen. Dat je nooit meer een beroep op een garantieregeling hoeft te doen. En dat je nooit meer afgescheept zou worden met (soms waardeloze) vouchers!
Daarom vraag ik je mijn idee van “boter bij de vis” niet direct als belachelijk van de hand te doen. Immers, waar een wil is… En ik droom er al van, als ik mijn broodje vis eet!
Over de auteur


Gerjan Huis in ‘t Veld
Hoofdredacteur bij ConsumentenClaim. Hij is tevens vicevoorzitter van de Beuc (de Brusselse koepel van 40 Europese consumentenorganisaties) en was meer dan 35 jaar werkzaam in diverse functies bij de Consumentenbond.
Gepubliceerd op 9 oktober 2020