Staking
Vandaag, dinsdag 28 mei 2019, staakt het openbaar vervoer in het hele land. Ik moet voor mijn werk naar de Consumentenbond Claimservice in Amsterdam en neem daarom de auto. Met tegenzin, want ik vrees lange files. Normaal neem ik de trein, ook met tegenzin.
Het OV staakt voor een beter pensioen. We hebben in ons land prima pensioenregelingen, die tot de beste ter wereld behoren, maar de pensioenen zelf zijn al jarenlang niet geïndexeerd en de pensioenleeftijd is verhoogd. Ik ondervind dit aan den lijve, want ik ben 65, maar krijg nog geen AOW; in mijn geval pas als ik eind dit jaar 66 en vier maanden word (en dan nog leef).
Ik begrijp dat werknemers en werkgevers soms met elkaar in conflict komen. Het gaat dan meestal om een loonsverhoging of betere arbeidsvoorwaarden, vaak als onderdeel van een CAO. Komen ze er samen niet uit, dan kunnen de werknemers en hun vakbond(en) het stakingswapen inzetten. Niet leuk, maar soms misschien noodzakelijk.
In dit geval begrijp ik het iets minder, want deze OV staking lijkt vooral gericht tegen het overheidsbeleid inzake de pensioenen, dus niet tegen de werkgevers. Moet je dan niet je stem laten horen via je volksvertegenwoordiger, op het Malieveld, of voor het Torentje? Zou een dag niet werken helpen de regering inzake pensioenen op een ander spoor te krijgen?
En ik begrijp helemaal niet waarom de reiziger hiervan de dupe moet zijn. Een conflict tussen werknemer en werkgever? Prima. Knok het uit, los het op, maar houd je klanten erbuiten! Niemand, werkgever noch werknemer, heeft baat bij het feit dat trein en bus niet rijden. De klant ondervindt er wel veel hinder van.
Waarom niet een dag gratis openbaar vervoer, of een andere creatieve oplossing? Mijn stelling luidt dat werknemers en werkgevers zakelijke conflicten samen moeten uitvechten, zonder hun klanten hierbij te betrekken, laat staan hen te duperen. En wie draait er op voor de individuele en maatschappelijke schade door een staking?
Niet dat ik mijn treinreis naar Amsterdam mis. Dat zijn drie treinen per reis, die zelden alle drie op tijd rijden. De aansluiting op de tweede is krap, zodat ik moet hollen op het lange perron in Leiden. Desondanks rijdt de trein regelmatig voor mijn neus weg. Als ik ‘m haal, zit hij altijd overvol, dus vaak geen zitplaats. Ik ben een vrolijk persoon, maar ervaar treinen als een dagelijkse ergernis.
Daarom was ik blij toen ConsumentenClaim begin 2017 een rechtszaak tegen de NS startte vanwege zijn slechte dienstverlening. Een reiziger tussen Utrecht Centraal en Amsterdam-Zuid kon in drie maanden in 45% van zijn reizen niet zitten en in 20% niet eens instappen, vanwege de overvolle treinen. Meer dan 10.000 reizigers eisten daarom compensatie van de NS.
Helaas wees de rechtbank Midden-Nederland in juni 2018 hun eis af. Volgens de rechters was wanprestatie door de NS onvoldoende aannemelijk gemaakt; hebben treinreizigers geen recht op een zitplaats; en kunnen zij evenmin een beroep doen op toezeggingen van de NS zelf om zijn dienstverlening te verbeteren. Teleurstellend.
Dus blijft de NS voorlopig de (bijna) monopolist op het spoor, die zijn treininzet verkleint als de eerste sneeuwvlok valt en vindt dat anderen (scholen en bedrijven) hun openingstijden moeten aanpassen om zijn capaciteitsproblemen op te lossen. Deze staking gaat daar niets aan veranderen.
Maar het goede nieuws is dat veel mensen vandaag thuis bleven. De files vielen mee!

Gerjan Huis in ’t Veld
Lid van de Directie van Consumentenbond Claimservice, vicevoorzitter van de Beuc (de Brusselse koepel van ruim 40 Europese consumentenorganisaties) en meer dan 35 jaar in diverse functies werkzaam bij de Consumentenbond.
Gepubliceerd op 29 mei 2019